Biologische fruitteelt
Biologische teelt richt zich op het maximaal benutten van ecologische principes. Meststoffen komen zoveel mogelijk uit de kringloop van de biologische land- en tuinbouw, in de vorm van dierlijke mest, compost, groenbemesters etc. Ziekten en plagen worden vooral preventief bestreden, door sterke planten en een gezond ecosysteem te bevorderen. De biologische teelt gebruikt geen kunstmest en geen synthetische bestrijdingsmiddelen.
Natuurlijk evenwicht
In de fruitteelt staat het gewas (bomen, struiken) er voor lange tijd. Voor de biologische fruitteler is een gezond bodemleven en een gezond ecosysteem daarom extra belangrijk. De biologische fruitteler vertrouwt op natuurlijk evenwicht, resistente rassen, inzet van natuurlijke vijanden en bedrijfshygiëne. Voor sommige ziekten en plagen zijn er natuurlijke middelen beschikbaar die kunnen helpen bij de bestrijding. Windsingels en bloemstroken zijn belangrijk voor het natuurlijk evenwicht op het bedrijf, maar dragen ook bij aan de Nederlandse biodiversiteit.
Regelgeving
De eisen aan de biologische land- en tuinbouw liggen vast in Europese regelgeving. In Nederland controleert Skal of boeren en tuinders zich houden aan deze regels. Skal controleert ook de schakels verderop in de keten: verwerking en handel. De consument kan zodoende vertrouwen op een echt biologisch product.
Omvang
In Nederland zijn er ongeveer 2500 bedrijven met fruitteelt, met circa 20.000 hectare fruit. Daarvan zijn er zo’n 140 biologisch, met circa 500 hectare biologisch fruit. Biologisch fruittelers verkopen een klein deel direct aan consumenten (‘huisverkoop’), maar het grootste deel van het fruit gaat via afzetorganisaties naar natuurvoedingswinkels, webwinkels, markten en supermarkten.